Jaarfeesten

Het jaarverloop wordt in de Vrijeschool meebeleefd aan de hand van de viering van een reeks historisch bepaalde feesten. Ze dragen universele waarden in zich (bijv. geboorte, sterven). Ze komen elk jaar terug; de kinderen leven ernaar toe en bij de meeste feesten worden de ouders betrokken.

Het Michaëlsfeest (29 september) is het eerste feest in het nieuwe schooljaar. Het is niet alleen een feest van de oogst in de herfst, maar ook het feest van de moed. De legende van Sint Joris die de draak versloeg, is het hoofdthema. De kleuterklassen vieren vooral het oogstfeest. De kinderen van klas 1 tot  6 voeren in gemengde groepjes opdrachten uit waarin ze hun moed moeten bewijzen.

Met het donkerder worden van de dagen vieren we Sint Maarten. Op 11 november wordt er een lampion gemaakt, vaak van een pompoen, waarin een kaarsje brandt.

In de adventstijd valt het Sint Nicolaasfeest dat in de klas intensief wordt gevierd.

De kersttijd wordt ingeluid met de vieringen van Advent. Er wordt in de kleuterklassen de adventstuin gelopen en elke ochtend is er in de hal een concertje. Ouders en/of kinderen zingen of spelen met hun instrument een aantal liederen. Het Kerstfeest wordt o.a. gevierd met een opvoering van het kerstspel door de leraren. Het is van oorsprong een middeleeuws spel dat op de Vrijescholen in ere wordt gehouden.

In de lente is er het Paasfeest, met voor de kleintjes een optocht met palmpaasstokken, en daarna het Pinksterfeest met vrolijke dansen rond de meiboom.

In de zomer ten slotte het feest van Sint Jan (24 juni), een buitenfeest voor alle kinderen en ouders, ergens in de natuur.

               Pinksterfeest rond de meiboom
                       Pinksterfeest